Dit is mijn verhaal over mijn derde mislukte zwangerschap: hoe ik me voel, hoe de medische beëindiging in het ziekenhuis verliep en hoe ik nu naar de toekomst kijk.
Vooraf wel de disclaimer: ik ben geen arts en vertel alleen vanuit mijn eigen persoonlijke ervaringen. Hoe anderen een miskraam, of beëindiging van een zwangerschap, ervaren, zal voor iedereen anders zijn.
Donderdag 4 december 2025, Amphia ziekenhuis Breda
Met een kruik aan me vastgebonden tegen de kramp, slenter ik op mijn sokken door de gang van de kraamafdeling. De medicatie is nog niet zo lang geleden ingebracht. Slim dus om nu nog even wat te eten, voordat die vreselijke horrorpiek van pijn zal komen.
Mijn vriend trekt de kastjes van het keukentje open. Dat mag van de verpleging.
Mijn oog valt ineens op tientallen pakken met muisjes. Roze met witte muisjes, blauwe met witte muisjes… Mijn keel verkrampt.
Dit zou voor ons moeten zijn. Ik verdien die beschuit met muisjes.
Vandaag, precies vandaag, zou ik hier op de uitgerekende datum moeten liggen met het zoontje uit mijn tweede zwangerschap in mijn armen. En in plaats daarvan zal ik vandaag afscheid moeten nemen van ons derde kindje.
Inmiddels heb ik 3 kapotte baby’s. Je mag dat ook anders noemen, maar ik ben liever gewoon duidelijk. Mijn drie zwangerschappen zijn mislukt. De baby’s waren stuk.
In deze blog neem ik je mee in mijn ervaringen en beantwoord ik vragen die mensen – soms anoniem – aan me stelden. Hopelijk help ik daarmee taboes te doorbreken en zijn er mensen die er steun of troost uit halen. (En voor mij helpt het sowieso om te schrijven.)
Hoe gaat het nu echt met je?
Daar is geen goed antwoord op te geven. Het wisselt. En ik snap dat je verwacht dat ik 24/7 huil en me vreselijk voel, maar dat is niet de hele tijd zo.
Wat mensen denk ik onderschatten, is hoe zwaar het eerste trimester van een zwangerschap kan zijn. Om je een idee te geven: ik was zo uitgeput, dat ik vaak maar halve dagen kon werken. Had ik de gordijnen open gedaan, dan moest ik gaan liggen om bij te komen. Er zijn dagen geweest waarop ik eigenlijk wat leuks wilde doen met een vriendin, en af moest zeggen zodat ik die dag een was kon draaien. Een was draaien was dan de hoofdactiviteit, het hoogtepunt van die dag.

Afgelopen vrijdag, de dag na de bevalling/afbreking werd ik wakker en voelde het alsof ik, na maanden ziek zijn, ineens beter was. Mijn middenrif kon weer zakken, ik kon gewoon weer normaal ademen, mijn hartslag was weer rustig en het voelde echt alsof ik weer leefde.
(Ik wilde toen vol levenslust de tuin harken, maar blijkbaar was dat te overmoedig. Ik zal echt nog wel een poosje moeten herstellen.)
Kortom, ik voel me fysiek en hormonaal beter dan ik in tijden heb gedaan en dat is een onverwacht cadeau.
Maar natuurlijk. Ik stort vaak in. Ik bedoel: een week geleden waren we ons nog aan het verheugen op dit kindje! En nu…
Het is onvoorstelbaar, oneerlijk en hard. Dat overvalt me meerdere keren per dag. Dan druk ik het knuffeltje, dat mijn moeder voor dit kindje kocht, tegen me aan en huil ik dikke tranen.
Waar heb je het meeste behoefte aan als het gaat om andere mensen? Wat moeten ze juist wel of juist niet zeggen en vragen?
Hier heb ik eerder uitgebreid over geschreven. In het kort: ik vind het vervelend als mensen het negeren, als ze doen – waarschijnlijk uit ongemak – alsof het niet is gebeurd. Verder mag iedereen me eigenlijk alles vragen, zolang je maar geen antwoord verwacht, haha.
Voor mij kost het ook geen extra energie om het erover te hebben. Praten, schrijven, typen… Ik vind het lekker en het helpt me. Ik ben niet iemand die in stilte verwerkt.
Drie dingen die er dit keer uit sprongen: iemand wenste me ‘heel veel poezenkopjes’, en dat vond ik zo lief. Uit zo’n reactie blijkt dat iemand me kent en snapt dat… Dat een kopje gewoon troost biedt, haha. Een vriendin stuurde me per post een mok, waar een foto van Kroepoek verscheen als je er heet water in deed. Neemt natuurlijk de pijn niet weg, maar tovert wel een grote glimlach op mijn gezicht.
Daarnaast kreeg ik een berichtje van de nieuwe vriendin van een ex, dat ze me veel sterkte wilden wensen. Ook dat vond ik cool. Dat mensen zich over hun eigen ongemak heen zetten, omdat ze je een hart onder de riem willen steken.
Een – anonieme – reactie waar ik minder enthousiast over was:
‘Je vertoont vluchtgedrag en bent aan het bagatelliseren. Sta even stil, voel, laat het er zijn…’
Ze zeggen wel eens dat je commentaar alleen aantrekt als er een waarheid in zit. Ik trek me commentaar altijd een beetje aan, want wil gewoon graag door iedereen worden toegejuicht. (En dat is ook heel menselijk.) Dus dit was niet per se leuk om te lezen.
Maar ja.
Ja.
Goh.
Ik moet er ook om lachen en vraag me eigenlijk af: ‘wie denk je wel niet dat je bent om zo je conclusies te trekken, op basis van een paar berichten van social media?’
De een vindt misschien dat ik nu huilend en snotterend in de regen naar een speeltuintje met kinderen moet gaan zitten staren, om zo ruimte te geven aan mijn gevoel. De ander vindt misschien dat ik er niet zo’n drama van moet maken, want ik kan tenminste zwanger worden en ik was nog niet eens op de helft.
Ik vind dat ik het precies goed doe.
‘Wel voelen, niet voeden’, zoals ik eerder al schreef. (Een rouwcoach quotte ‘m zelfs op Instagram, alsof ik een inspirerende guru ben.)
En dat betekent dat ik gisteren alleen thuisbleef toen mijn schoonfamilie uit eten ging. Omdat ik me fysiek en mentaal slecht voelde en het nodig had om heel hard te huilen in mijn eentje en het verdriet te laten stromen. Maar het betekent ook dat ik uitkijk naar mijn fysieke herstel, omdat ik dan weer naar de Efteling kan. Ik was liever zwanger gegaan, en dan deze zomer met ons kindje, maar uiteindelijk is de Efteling nog wel de Efteling, en ben ik liever verdrietig in de Efteling dan in… Noem eens wat… Je snapt me.
Dingen kunnen naast elkaar bestaan. En daar blijk ik goed in te zijn. Volgend weekend geef ik als het goed is een workshop en dat wordt geweldig en de dag daarna is een avond voor ‘verloren kindjes’ in het ziekenhuis waar ik waarschijnlijk de ogen uit mijn kop jank.
Goed rouwen betekent niet dat je 1 maand vrij neemt, daarin non-stop ongelukkig bent en daarna weer opknapt en nooit meer ergens last van hebt. Rouw volgt geen rooster. Het komt en gaat en is in beweging.
Wat zou het fijn zijn als meer mensen dat begrepen, in plaats van verwijtende, betweterige aannames te doen.
Ik vind dat ik het precies goed doe.
Schaamteloze Zelfpromotie tussendoor:
Terwijl ik mezelf de tijd geef om te herstellen, kan jij ondertussen altijd aan de slag met een van de korte ‘doe-het-zelf-cursussen’, rondom ukelele, zingen en spreken. Er is zelfs een Handboek voor Luie Muzikanten.
Met dat soort online producten zorg ik ervoor dat ik ook wat inkomsten heb in de weken van mijn herstel en jij krijgt, voor een kleine prijs, alsnog een groot resultaat. Win-win dus. Hier zie je alle mogelijkheden.
Wil je – hoeft niet, mag wel – graag iets bijdragen, bijvoorbeeld omdat je iets aan mijn blog hebt? Ik heb ook een fooienpot, van die fooi koop ik af en toe een zak schepsnoep bij de Jamin. Lost mijn problemen niet op, maar is wel lekker.
Krijg je hulp?
Sinds mijn 2e zwangerschap heb ik een verwijzing voor de POP-poli. Een multidisciplinair team – gynaecoloog, psychiater, kinderarts enz. – die zwangere vrouwen met psychische problemen ondersteunen. Dat is in de eerste plaats omdat ik medicatie slik: ik gebruik Concerta voor mijn AD(H)D.
Daarnaast heb ik sinds een paar maanden gesprekken met een psycholoog vanuit het ziekenhuis. Dat is hartstikke prettig en verder valt daar niet zo veel over te delen… We zijn het heel erg eens dat het rouwproces goed verloopt en ik daar geen hulp in nodig heb, maar dat ik zo goed mogelijk mag leren omgaan met de angst voor de toekomst.
Want de toekomst, dat is de grootste pain in the ass.
Want wat als we het nog een keer proberen? Hoe vaak moeten we het dan nog proberen? Hoe lang kunnen we deze teleurstellingen nog aan zonder eraan onderdoor te gaan? Wat als er een kindje komt, maar het zoveel beperkingen heeft dat ik dan misschien liever geen kinderen had gehad?
(Dat laatste mag je erg vinden, en ik snap het als jij denkt ‘alle kindjes moeten welkom zijn’. Maar ik denk ook dat we onderschatten hoe zwaar de zorg voor een kind kan zijn, en hoe hard mensen – sowieso in dit politieke klimaat – moeten vechten om voldoende goede hulp te krijgen bij bijvoorbeeld een meervoudig gehandicapt kind. Ik denk eerlijk gezegd dat ik dat niet aan kan.)
Waarom laat je die kinderwens niet los?
Oh man. Als dat toch zo simpel was.
Ik kan nog steeds duizenden redenen bedenken om geen kind te willen. Ik heb een hypnotherapeut gevraagd mijn kinderwens weg te halen. (Deed ze niet, vond ze niet ethisch.) Ik heb de gynaecoloog gesmeekt of ze niet duidelijk kon adviseren om te stoppen met proberen, zodat we in ieder geval houvast hadden.
Sterker nog, toen ik dit keer een positieve zwangerschapstest vasthield, schoot even door mijn hoofd dat ik deze zwangerschap misschien beter meteen kon afbreken. Zodat ik in ieder geval controle had.
Maar de feiten blijven: ik heb net zoveel kans op een gezond kindje als elke andere 37-jarige. We hadden 3x pech. Het is geen medisch patroon.
En het feit dat we al drie keer hebben geprobeerd zegt genoeg. Zonder te snappen waarom, wil ik het blijkbaar echt graag. En dat verrast mij ook nog elke dag.
Hoe denk je nu over de toekomst?
Ik hoop dus dat mijn vriend en ik ineens voelen ‘we willen het niet, kinderen zijn irritant, we stoppen met proberen en gaan gewoon genieten van ons leven’.
Maar ik vrees dat dat niet zo is. Voorlopig ben ik sowieso fysiek aan het herstellen en daarna… Ik weet het niet.
Heb je tips voor iemand die door hetzelfde geen gaat? Een miskraam of beëindiging van een zwangerschap?
Ja!
- Het belangrijkste: deze kruik. Al drie keer mijn beste accessoire. Je steekt ‘m gewoon in het stopcontact en kan ‘m met de band om je middel dragen. Het neemt pijn en kramp niet weg, maar verzacht het wel.
- Als je slecht nieuws krijgt, zorg eerst dat je eet, drinkt, slaapt en communiceert. Dat is het belangrijkste. Zorg dat je fysiek overleeft en je afspraken op tijd afzegt. (Hier lees je hoe ik dat deed.) Mijn volgende prioriteit is overigens altijd: zorgen dat ik op mijn gemak ben met mijn lijf en mijn huis. Omdat rouwen voor mij toch fijner is als ik gedoucht ben en in een schone broek in een opgeruimd huis op de bank lig.
- Vraag om hulp. Mensen vinden het fijn om iets te kunnen doen! Ik vroeg mijn beste vriendin om extra warme sokken te brengen (de was liep al achter en alles droogt langzaam in de winter), een ander om kattenfoto’s en weer een ander om ‘wil je meedenken hoe ik het hardlopen weer kan opbouwen als ik hersteld ben’.
- Vergeet je relatie niet. Ook al zit het kindje in jouw lichaam, je partner heeft ook verdriet. Ik vraag bijvoorbeeld heel direct ‘waar heb je behoefte aan’ en ‘als ik iets kan doen om het leven nu iets aangenamer voor je te maken, wat zou het zijn?’
Meer tips lees je hier.
Was het anders dan de vorige keren? Wordt het moeilijker of juist makkelijker?
Poeh, dat is een goeie vraag.
Sowieso waren het drie verschillende dingen:
- Mijn eerste zwangerschap die misging, was een miskraam. (Daar schreef ik heel uitgebreid over.) Het hartje klopte bij 7 weken, ik verloor bloed rond week 11 en toen ontdekten we dat het hartje al lang niet meer klopte en dat het kindje niet meer gegroeid was. Daarna duurde het nog drie weken voor alles fysiek afgerond was.
- Bij mijn tweede zwangerschap, waren er zorgelijke signalen bij een 12-weken-echo. De NIPT en verder onderzoek bevestigden dat dat kindje niet alleen een genetische afwijking had, maar ook hele heftige hartafwijkingen. De toekomst zag er dus heel erg slecht uit. In theorie had ik ervoor kunnen kiezen die zwangerschap ‘uit te zitten’, maar uiteindelijk is deze bij 15 weken beëindigd door een bevalling op te wekken in het ziekenhuis. (Over de laatste weken van deze zwangerschap, vanaf de slechte echo en NIPT tot en met het beëindigen in het ziekenhuis, schreef ik ook. Die blog maak ik niet openbaar en is alleen voor mensen in een vergelijkbare situatie. Je kan ‘em opvragen via een mailtje naar [email protected].)
- Dit keer, mijn derde zwangerschap, zagen we bij de tweede echo een kloppend hartje, maar noemde de echoscopiste direct daarna dat ze iets opmerkte bij het hoofdje wat er echt niet goed uitzag. Er was echt een ‘deuk’ zichtbaar en dat betekende dat de hersenen niet goed konden groeien. Dit kindje was dus sowieso niet levensvatbaar. Een paar dagen later is ook die zwangerschap beëindigd in het ziekenhuis.
Als ik zou moeten kiezen – wat je natuurlijk niet wil, want het was allemaal zwaar klote – is deze laatste ervaring toch ‘favoriet’. De vorige keren duurde het fysieke proces 3 weken en nu maar 4 dagen; dat maakte het voor mij minder zwaar.
Ook was het ‘prettig’ dat het nu zo duidelijk was wat er speelde. Er was geen verder onderzoek nodig en geen wachttijd. Bovendien viel ook de bevalling/miskraam deze 3e keer mee, in verhouding tot de 2e keer. Daarover zometeen meer.
Mentaal is het dubbel: de paniek over de toekomst (‘hoe vaak kan ik dit nog aan’) is groter dan ooit, maar bij het verwerken van verlies, voelde ik wel: ik heb dit twee keer eerder gedaan, ik kan dat.
Eigenlijk vergelijkbaar met mijn laatste keer liefdesverdriet, ik wist hoe zwaar het zou gaan zijn, maar wist ook dat er weer momenten komen waarop ik me blij voel en weer kan lachen.

Hoe werkt zo’n beëindiging van een zwangerschap? Hoe gaat dat proces in zijn werk?
Dat verschilt een beetje. Over mijn miskraam heb ik uitgebreid geschreven. Mijn tweede en derde keren, waarbij mijn zwangerschap in het ziekenhuis werd beëindigd, waren vergelijkbaar:
Bij mij vonden de ingrepen plaats in het ziekenhuis. Toen ik vroeg of het meer en miskraam zou zijn of meer een bevalling, werd me verteld dat het toch meer een bevalling zou zijn. En dat was niet het antwoord wat ik had willen horen.
Zo’n 36 uur voor ‘de grote dag’ nam ik een pil in, die ervoor moest zorgen dat de baarmoedermond zacht werd. Dat deed bij mij geen pijn, maar ik zorgde wel dat ik geen verplichtingen had in die 36 uur. Voelde me gewoon een beetje raar en had het idee dat mijn organen wat meer door mijn lichaam klotsten. (Maar dat kan ook puur illusie zijn en komen door een een soort overbewustzijn.)
Op de dag zelf mochten we ons rond 09.00 in het ziekenhuis melden. De verwachting was, dat het vanaf dan binnen 2 dagen ‘geregeld zou zijn’, dus wij hadden ingepakt alsof we een weekendje weg gingen. Omdat ik eigenlijk de hele tijd bij bewustzijn zou zijn, had ik zelfs een pocket escape room mee. In mijn ideale scenario zou de pijn namelijk meevallen en zou ik gezellig met mijn vriend en wat mensen van de verpleging dat spel spelen, maar helaas was dat niet het geval. Beide keren niet.
Het was opvallend hoeveel tijd er voor ons werd genomen. Alles rondom de beëindiging van de zwangerschap werd duidelijk uitgelegd en overal werd aan gedacht. Zoals bijvoorbeeld overleg of we het kindje zelf wilden begraven, maar ook of we een foto van het kindje wilden. (Er is een stichting die dat voor je kan doen, Stichting Still.) Ook fijn: de kamer – een eigen kamer met eigen badkamer – was dan wel op de afdeling verloskunde, maar het was echt een aparte kamer ver weg van alle andere bevallingen, zodat we niet geconfronteerd zouden worden met kersverse ouders en hun pasgeboren, succesvolle nageslacht.
Uiteindelijk mocht ik op bed kruipen en werden pillen bij me ingebracht. Dat had ik ook zelf mogen doen, maar in het ziekenhuis denk ik altijd: jullie zijn ervaren dus ik geef me helemaal aan jullie over, dat is het meest efficiënt.
De functie van die pillen? Zorgen dat de baarmoeder samentrekt en weeën worden opgewekt. Hierdoor komt het kindje al in de baarmoeder te overlijden (daar voelt het kindje niks van, in tegenstelling tot hele nare informatie die online wordt gedeeld). Je bevalt dus uiteindelijk van een overleden kindje.
Het proces van die weeën was ehm… Ruk. Het doet gewoon veel pijn. De vorige keer was dat niet te doen en had ik een pijnpiek van 45 minuten waarbij ik me het liefst door mijn kop had geschoten. Dit keer ben ik niet eens in de buurt geweest van zo’n piek.
Waar ik me de hele tijd aan vasthield: het houdt ook weer op. De pijn houdt ook weer op. Het is tijdelijk.
(Natuurlijk krijg je ook pijnbestrijding. Ik heb afgelopen keer aangegeven ‘prop me maar vol, drogeer me maar zoveel als je kan’.)
Uiteindelijk voelde ik dat ik moest plassen en braken mijn vliezen. Dat deed geen pijn, het was meer een bizar gevoel, alsof er een waterballon in me knapte. Dit was mentaal een fijn moment: dit is het begin van het einde.
Wat mij overigens opviel, is dat ik telkens… Dissocieerde ofzo? Net als met kip: je hebt eten dat kip heet én je hebt leuke dieren die ook kip heten. Alsof het twee verschillende dingen zijn. (Please, ga nu niet met me in discussie over dat ik vegetariër zou moeten zijn, mijn leven is momenteel echt al uitdagend genoeg en ik kan het er niet bij hebben, laat me met rust.)
Hoe dan ook: nu voelde ik iets vergelijkbaars. Ik had 3x een kindje waar ik me enorm op verheugde. En ik had 3x iets in mijn buik wat ‘verkeerd’ was en wat er zo snel mogelijk uit moest. Daarom wilde ik ook telkens dat het fysiek zo snel mogelijk klaar was. Ik was niet gehecht aan dat in mijn buik, ik was gehecht aan dat wat uit mijn buik had moeten komen. Snap je?
Dat dit zo werkt in mijn hersenen is overigens prima, heeft ook een psycholoog bevestigd. Maar iemand anders ervaart het misschien anders en dat is ook ok.
Goed. Daarna verliep het beide keren anders. Ik wil er wel wat over delen, maar hou het nuchter. Niet omdat ik geen emoties heb, wel omdat je al zo vreselijk veel van me weet en ik het ergens wil beperken.
- Bij de 2e zwangerschap moest ik daadwerkelijk persen. Dat was enorm akelig. Iedereen had me tot dan toe wijsgemaakt dat ‘je lichaam dan precies wist wat-ie moet doen, want je hebt zo’n oergevoel’. En ik had geen idee en voelde me een complete mislukkeling. Ik schaamde dat het niet goed lukte en ik schaamde dat ik bezig was met gedachtes als ‘wat als ik er ook bij poep’. Uiteindelijk kwam dat kindje. De placenta, die er óók uit moet, viel me alles mee; dat gebeurde gewoon op de wc en deed verder geen pijn.
- Bij de 3e zwangerschap, afgelopen week, hoefde ik niet te persen en ‘kwam’ het kindje op de wc. Of nouja, op de po. Vanaf het moment dat je de weeën-opwekkers krijgt, wordt alles wat je doet op de wc bekeken. Ook de placenta kwam makkelijk mee. Ik was erg opgelucht dat het soepeler ging dan de vorige keer.
Als het kindje er is, mag je zelf kiezen wat er gebeurt. Ik wilde het beide keren niet zien. Omdat het voor mij al niet meer ‘ons kindje’ was. Mijn vriend heeft wel gekeken.
Van ons tweede kindje werd een voetafdrukje gemaakt, daar ben ik heel erg blij mee. (Gek genoeg voelt dat dan wél weer als ons kindje. Alsof het echt twee dingen zijn: het medische kindje wat uit mijn lichaam moest, en het ‘echte kindje’ waar we zo naar uitkeken.) De afgelopen week is dat niet gebeurd, waarschijnlijk omdat het niet goed kon omdat het zo klein was. Beide kindjes hebben we in een mandje in het ziekenhuis achter gelaten, dat voelde voor ons het beste.
Bij dit laatste, derde kindje, hebben we een rammelaar meegegeven. Aan zoiets hadden we de vorige keer niet echt gedacht. En ik hoop hier ook nooit meer over na te moeten denken.
Als alles achter de rug lijkt, wordt er in het ziekenhuis nog een echo gemaakt om te kijken of je baarmoeder echt leeg is. Als er bijvoorbeeld restjes placenta blijven zitten, kan dat verkeerd uitpakken, dus dat willen ze voorkomen. In het ergste geval betekent dat, dat je alsnog een ‘curettage’ krijgt, je wordt dan onder narcose gebracht en de restjes weefsel worden ‘uit je gehaald’. Dat lijkt me naar en wat óók naar is, is dat je vanwege dat roesje van tevoren niet mag eten.
De vorige keer was mijn echo helemaal goed, maar de afgelopen week werd er over getwijfeld. Dat was naar, want eigenijk dachten we ‘het zit erop’ en toen moest ik nog uren – zonder eten en drinken – wachten omdat ik misschien nog een ingreep kreeg. Gelukkig bleek dat niet nodig. Om 20.30 waren we thuis.
De verwachting is nu, net als de vorige keer, dat ik nog tot zo’n 2 weken bloed verlies. Vanaf het moment dat het bloeden stopt zijn er nog eens 2 weken waarin ik minder mag (bijvoorbeeld niet in bad). Verder staan er controles bij de gynaecoloog gepland.
Einde
Als ik ’s nachts na de ingreep op mijn blote voeten in de kou terug naar de slaapkamer loop, houdt mijn vriend de deken al voor me open. ‘Kruip maar bij me’, zegt hij. Ik druk nog even een kus in de pluizige vacht van Kroepoek, onze poes die vaak op het voeteneinde slaapt. En kruip dan tegen het warme lichaam van mijn vriend. Alles kan naast elkaar bestaan. En in deze periode van ongeluk, voel ik me toch even gelukkig.
Dit is het einde van deze blog. Ik hoop heel erg dat je er wat aan hebt. Je mag altijd een vraag stellen. Doe dat alsjeblieft in de reacties, zodat anderen er ook iets aan hebben. (Alleen ik kan je e-mailadres zien, verder niemand.)
Mocht je door hetzelfde heengaan: ik wens je oneindig veel goeds, steun en troost.
Houdoe en liefs,
Anne


