1.
Het is alweer een paar jaar geleden. Ik zat in de auto en belde met mijn vader. Hij had mijn blog gelezen.
“Wat schrijf je toch leuk An”, zei hij, en hij vervolgde:
“…je laat wel echt heel veel van jezelf zien. Dat is wel een risico. Iedereen kan het lezen en je stelt je wel echt kwetsbaar op…”
2.
Vorige week. Mijn date kletst me de oren van mijn kop en ik app hem naderhand dat ik het leuk vind dat hij zoveel deelt. “Want”, zo typ ik; “als je leuke dingen deelt worden ze nóg leuker (want ik ben nu ook een beetje extra blij door jouw enthousiaste verhaal) en als je stomme dingen deelt worden ze ook altijd minder erg.”
Hij is het met me eens en voegt daaraan toe:
“Toch voel ik niet de neiging om het in een Insta story te plaatsen.”
Hoewel hij er niks mee bedoelt, voel ik me een klein beetje betrapt. Want op diezelfde dag poste ik een foto van Kroepoek, een filmpje van mijn zelfgemaakte cake, een verhaal over mijn Sinterklaasavond en ohja, nóg een foto van Kroepoek in mijn Instagram Stories.
3.
Gisteren. Lize Korpershoek zit bij De Wereld Draait Door. Ze heeft een documentaire gemaakt genaamd ‘Mijn Seks is Stuk’, waarin ze onderzoekt waarom haar zin in seks verdwijnt tijdens relaties.
Adriaan van Dis vraagt – met een stem die ik al een paar keer heb geprobeerd te imiteren want hij is zo fascinerend – wat ze ervan zou vinden als haar optioneel-toekomstige-kinderen straks die documentaire zien. Hij haalt aan dat het voor altijd op internet te zien is, er misbruik van gemaakt kan worden en eventuele kinderen daarmee getreiterd kunnen worden.
Lize – de heldin – antwoordt scherp: “Dan ligt er een probleem bij de ouders van de treiteraars. “
Het gesprek gaat verder. Als een belerende schoolmeester uit 1879 gaat Adriaan door, met zijn ‘moet je dit nou wel allemaal willen delen’. Vast met de beste bedoelingen, maar het irriteert me mateloos.
4.
Vorige maand. Ik laat wat blogs ‘goedkeuren’ door een bevriende psycholoog. Ze gaan over zwaardere onderwerpen zoals depressies en zelfmoord en ik wil zeker weten dat ik mensen niet op onaangename gedachtes breng.
Hij ‘geeft me zijn zegen’ maar vraagt zich wel af of ik zeker weet dat ik ‘dit deel van mezelf wil onthullen’. Hij zou het vervelend vinden als mensen er nare reacties op geven omdat ze het niet goed begrijpen.
“Maar goed, daar zul je vast over nagedacht hebben”, zo sluit hij af. Het voelt alsof hij veel vertrouwen in me heeft.
Deeldrang
Ik heb iets wat ik ‘Deeldrang’ noem. De onbedwingbare behoefte om dingen te delen. Dat was als kind al, toen ik in een muisstille klas ineens opstond achter mijn tafeltje en hardop sprak: “Morgenmiddag komt Marion bij me spelen!”
Toen ik lesgaf aan jongere kinderen, zag ik zelf als ‘juf’ zijnde vaker dit soort spontane uitspattingen. Hoe ouder kinderen werden, hoe minder ‘deeldrang’ ze leken te hebben.
Bij mij ging dat anders.
Toen ik een paar jaar terug in m’n eentje met de bus ging op mijn verjaardag kon ik niet anders dan de buschauffeur bij binnenkomst te melden: “Ik ben vandaag jarig en ga nu lunchen in de stad!”
Bij repetities komt het vaak voor dat ik een niet relevant verhaal begin, mezelf binnen 3 seconden onderbreek en tegen collega’s zeg: “Help me herinneren dat ik straks in de pauze even vertel over …”
En, toen ik een paar weken terug een film keek met mijn date had ik een kladblok bij de hand waarop ik alles noteerde wat ik wilde zeggen. Zodat de film niet telkens gepauzeerd hoefde te worden. Naderhand had ik een lijst met zeven onderwerpen waar ik wat over te melden had.
Ik deel alles. Het gaat vanzelf. Het is mijn natuur om elke gedachte, elk gevoel om te zetten in taal, of ik het nu schrijf of uitspreek. Of het nu voor een groot publiek (zoals hier) is of gewoon in mijn dagboek of een monoloog tegen de poes. Wanneer ik mijn ‘Deeldrang’ tegenhoud, voelt het alsof alles in mijn lichaam en hoofd blijft zitten en ik uit elkaar knap. Niet delen is gewoon geen optie.
Kwetsbaar
En ja, ‘ons pap’ heeft gelijk, Adriaan van Dis ook. Als je alles deelt is dat kwetsbaar. Mensen kunnen dat tegen je gebruiken. Ze kunnen er dingen van vinden.
Maar mensen vinden toch al dingen. Iedereen heeft sowieso al een mening. Als mensen zin hebben om negatief over te praten zullen ze dat toch wel doen, of ik nu wel of niet een blog schrijf en of Lize nu wel of niet een documentaire over haar seksleven maakt.
Kwetsbaar. Als ik het google krijg ik de synoniemen ‘zwak’ en ‘breekbaar’ te zien. Maar zo ervaar ik het niet. Ik leef zonder geheimen. Ik ben nooit bang dat mensen ‘ergens achter kunnen komen’. Er is niks te vinden namelijk. En dat voelt vrij. Het geeft ruimte voor groei en ontwikkeling. Het geeft anderen de ruimte zich óók kwetsbaar op te stellen. Er ontstaan gesprekken door, die écht ergens over gaan. Dat voelt niet zwak. Dat voelt sterk. En daar ben ik trots op.
Liefs,
Anne
Mooi! Kwetsbaar en open durven zijn kan je inderdaad ook echt zoveel opleveren!
Blij dat jij het ook zo ervaart 🙂
Ik moet zeggen dat ik het wel met Adriaan van Dis eens ben, dat je niet alles hoeft te delen, zeker dingen zoals je seksleven, of gebrek daaraan niet.
Ik vind ook absoluut dat je niet alles met iedereen hoeft te delen, maar ik weet zeker dat een hoop mensen zich getroost en gesteund zouden voelen wanneer men opener is over zaken waar ze mee worstelen. Ook al is dat je seksleven.
Herkenning en het gevoel dat je niet de enige bent is inderdaad prettig : )
Goed bezig. Je stelt je open naar andere mensen en natuurlijk kan dit een valkuil zijn gecreëerd door mensen met slechte bedoelingen. Maar dat deze mensen er zijn weet je , maar toch blijf je jezelf . Heel knap !
Dankjewel!
Blijf AUB wie je bent en doe wat je wilt doen ook al zul je hier door soms gekwetst worden. Dat is altijd beter dan iets te doen wat je eigenlijk niet wilt.
Dat zal ik zeker doen, thanks Joke!
Shout out voor jou en je blogs en je kwetsbaarheid. Gister ook een hele interessante discussie gehad met collegas hierover. En dan dat je als trainer terughoudend ‘hoort’ te zijn in je eigen kwetsbaarheid richting deelnemers. Alsof je even niet-mens mag zijn vind ik. Zo voelt het. Super boeiend thema waar we over moeten blijven praten. Thanks Anne
Wat een lief bericht, dankjewel! En ik kan me de discussie wel voorstellen, volgens mij zit er geen kwaad in zolang het maar in het belang is van deelnemers. (Heb toevallig laatst een enquete gehouden onder leerlingen en kreeg daar bij overige opmerkingen te horen:
‘Super fijn dat je ook laat merken dat je sommige dingen lastig vind of vroeger lastig vond.’ Dat sluit hier mooi bij aan denk ik.)
Ha, wat bijzonder! Ik heb het ook, deeldrang. Terwijl ik absoluut geen flapuit ben. Maar een ervaring komt pas tot leven als je hem deelt. Ik schreef er eens een gedicht over: https://hemelsgroen.nl/deeldrang
Ik ga meteen even lezen 🙂