Alweer het laatste deel over mijn tripje naar Breda. Dit keer wat minder gevoelens, en wat meer tips. Het is het beste deel, al zeg ik het zelf.
Dag 5
Na een niet-zo-spannende Dag 4 koelt het gelukkig een beetje af en besluit ik er een actieve dag van te maken. s’Ochtends staat er al een afspraak. Ik drink een drankje bij Smaak in Rijen, het dorp waar ik de eerste 18 jaar van mijn leven doorbracht. Dat doe ik niet alleen, maar met de vrouw van een van mijn eerste vriendjes. Als ‘De Ex’ en de ‘Nieuwe Vriendin’ (ze zijn al 10 jaar samen maar toch) samen gezellig kunnen doen dan is er toch nog hoop op een mooiere wereld, toch?!
We drinken een Detox-sap die er hip uitziet maar me toch bang maakt dat ik de rest van de dag op de WC door ga brengen. Als een Mantra mompel ik meerdere malen: “Mijn lichaam is een tempel, mijn lichaam is een tempel”, en wonder boven wonder gaat het goed. Ik loop nog een rondje door het winkelcentrum en voel me enorm welkom als ik wat oude bekenden tegen kom die me allemaal vrolijk begroeten. Leuk!
Terug naar Breda, want ik ga op Rondvaart
Na het spannende drankje van vanochtend speel ik op safe, en haal mijn lunch lekker bij Bagels & Beans. Op m’n gemak loop ik naar de Haven, waar ik voor €7,- een kaartje koop om door Breda gevaren te worden, samen met wat andere toeristen. De Kapitein van de boot – misschien moet ik gewoon reisleider of gids zeggen, maar Kapitein klinkt leuker – lijkt plezier te hebben in zijn werk en vertelt, zoals ik al hoopte, over de vrouw die met een lepel uit gevangenis ‘De Koepel’ ontsnapte.
Ik vind het perfect. Lekker wat eten, wind door mijn haar, leuke verhalen over de stad en ik verplaats mezelf zonder dat ik ook maar een beweging hoef te maken. Ik vind het jammer als ik weer van boord moet, wat mij betreft had dit de hele middag mogen duren.
Lang hoef ik niet te treuren want ik zie in de stad dat Lunchroom Sunshine open is. Die is door niemand genoemd, maar viel mij een paar dagen eerder al wel op door de vrolijke ramen. Zo vrolijk als de ramen, zo vrolijk is de eigenaresse. En zo vrolijk zijn ook de teksten op de kaart: ‘Delicate Witte Thee, zo zacht als de witte buik van de panda.’. Als zou ze alleen rioolwater aanbieden, dan nog zou je me hier niet wegkrijgen. Wat een fijne plek. De alcoholvrije cocktail die ik drink is ook nog eens verukkelijk. Wat wil een mens nog meer?
Langzaam wordt het tijd voor het diner.
Ik hou me vast aan mijn doel de hele week niet te koken, maar wil ook niet weer iets afhalen, vlug een broodje soldaat maken, of een salade van de Appie naar binnen werken.Maar, in mijn eentje in mijn eigen land uit eten, dat vind ik nogal wat. ‘Iedereen denkt dat ik geen vrienden heb’, ‘Straks lacht iedereen omdat ze denken dat mijn date is weggelopen toen hij me zag’ en allerlei andere weinig-opbeurende gedachten schieten me te binnen.
Uiteindelijk is de sterkte gedachte ‘Stik er maar in, irritant negatief brein dat je er bent. Ik heb honger als een paard en we gaan nu eten!’ En dat doe ik. Ik smul bij de Pasta Kantine, terwijl ik een tijdschrift doorblader om zo de onbekende buren het idee te geven dat ik ze niet afluister. In een interview met Gordon lees ik hoe graag hij naar Zuid-Afrika gaat, omdat hij daar lekker anoniem in een restaurant kan eten. Ik grijns, en ben blij dat mijn vroegere droom om een beroemde ster te worden nooit is uitgekomen. Ik heb alles waar Gordon naar verlangt. Wat een geluk.
Als ik tijdens het eten een berichtje krijg dat mijn neefje toch met zijn vrienden naar de Tilburgse Kermis gaat en ik dus geen partner in crime heb om mee te stappen, besluit ik dat het ook wel mooi is geweest voor vandaag. Ik koop een Verwenpakket voor mezelf en ga lekker een beetje lezen op de bank.
(Voor wie het wil weten. In het zakje zat een koek met macademia noten, ik had geen zin om te wachten met eten dus hij was op toen de foto werd gemaakt. Dat groene is Ice Tea, maar kocht ik eigenlijk alleen omdat ik verleid werd door de mooie verpakking. Met de chips is iets gebeurd wat ik nog nooit heb gedaan: ik heb ‘em weggegooid. Wat een muffe, weeïge smaak. Volgende keer weeg gewoon ‘Chio Heartbreakers’.)
Dag 6
Het avontuur is alweer bijna op z’n eind. Ik overweeg s’ochtends hard te gaan lopen, maar doe het lekker niet. ‘Veuls te werrem’*. Het huis waar ik afgelopen dagen heb gewoond wordt uitgebreid onder handen genomen, ik lever de sleutel in bij de vriendelijke buurvrouw en sjouw m’n spullen naar de auto. Tijd voor de laatste activiteit.
Lunch met het gezin
Dat heeft een aanleiding. Elk jaar is het Vaderdag, Moederdag, en zijn zowel ‘ons pap’* als ‘ons mam’* een keer jarig. Hoewel mijn zusje en ik echt lieve kinderen zijn, zijn we niet zo goed met dit soort zaken. We proberen daarom in ieder geval een keer per jaar op onze kosten te gaan eten. Echt een beetje karig eigenlijk, maar “Wij weten zonder cadeau’s ook wel dat jullie van ons houden hoor!” zeggen ze.
*Dit is Brabants. Ik kon het niet laten.
Dit keer gaan we naar ‘het Houtse Meer‘. De weg ernaartoe is een ware safari. Mijn navigatie leidt me door het bos en ik baal ineens dat ik nooit op scouting heb gezeten. Als ik hier verdwaal kan ik nog geen dag overleven. De weg is slecht en slipperig en ik zie mijn blinkend schone auto voor mijn ogen doffer en smeriger worden.
Ik zing ‘mijn Slip-Liedje’. Dat heeft niks te maken met mijn slipje, maar met slippen van de auto. Er is mij geleerd dat je moet focussen op waar je heen wil, want als je denkt ‘als ik maar niet tegen de lantaarnpaal rij’ dan is de kans groot dat dat gebeurt, omdat je je er dus op focust. Na een aantal herhalingen en modulaties is er dan toch licht aan het einde van het bos.
Ik ben er.
De lunch is prima, de bediening erg langzaam. Ze werken wel enorm hard en zijn allemaal even vriendelijk, maar als je honger hebt, tja. Dan wil je eigenlijk ook gewoon snel wat te eten. Alsnog raad ik ‘het Houtse Meer‘ aan, omdat het een prachtige plek is, zowel binnen als buiten. De foto die je ziet is echt een beetje jammer, want ik heb geen talent voor fotografie geloof ik. Neem dus even een kijkje op de website als je wil weten hoe mooi het er écht uitziet.
Als het eten op is merk ik dat mijn hart wil sneller gaat kloppen. Ik ‘mag’ weer naar huis. Naar mijn eigen plekje. Mijn vrienden. Mijn vertrouwde omgeving. In de auto maak ik de balans nog op.
Expeditie Breda, de Conclusie:
Ik heb een heerlijke week gehad. Dat ligt niet alleen aan de stad waar ik was, maar ook aan de zon en het feit dat ik de hele week vrij was en kon doen en laten wat ik wilde. Als ik mezelf dwing om toch heel nuchter te kijken kom ik op de volgende punten:
- De mensen in Breda vond ik echt heel vriendelijk, de sfeer was gemoedelijker.
- In Arnhem is er, in welke wijk je ook woont, veel meer mooie natuur.
- Sportscholen, winkels, bioscopen en terassen heb je overal.
- Als er in Arnhem mensen zijn die willen leren zingen, zijn die er in Breda vast ook.
- Breda heeft de Efteling in de buurt.
- Arnhem heeft een dierentuin.
- Als ik echt naar Breda zou willen, wordt het een enorme klus om een fatsoenlijke woning en werkplek te vinden zonder failliet te gaan.
Tja. Het is een luxe-keuze. Ik prijs me gelukkig dat ik weet dat het, wat ik ook besluit te doen, wel goed komt. Waar dan ook.
Liefs, en Houdoe!
Anne
P.S.
Ok, ok. Omdat jullie er zo dol op zijn. Nóg een keer die superhandige, overzichtelijke kaart, met alle hotspots van Breda en omgeving. Aangeraden door de Locals, mijn Facebookvrienden en Mijzelf.
En Anne… we hebben niet alleen de Efteling, maar ook de Beekse Bergen (safari en speelland!!). En het echte worstenbrood. Welkom terug??!! Btw die voeten zijn hilarisch
Haha hele goede argumenten!